Dani Bennoni lang zal hij leven
Een jongen bindt de strijd aan tegen het noodlot. Een zomerse ochtend lang vecht hij met opeengeklemde kaken, met alle middelen die hem ten dienste staan. De oorlog wint. Of het leven. Het is maar hoe je het bekijkt. Vlaanderen, zomer 1939. De oorlogsdreiging neemt tastbare vormen aan, de mobilisatieoproepen regenen over dit land, waar al een generatie eerder nagenoeg alle jonge mannen door het oorlogsgeweld zijn weggevaagd. De wat kleine, tengere Bing weet daarvan niets. Hij weet wel dat zijn grote broer Moon als soldaat vertrokken is , en dat zijn moeder sindsdien niet meer uit haar slaapkamer komt. Zijn zus twijfelt eraan of ze Moon ooit nog zullen terugzien. Bing wil niet twijfelen. Moon komt terug en dan zal Bing zelf een grote broer zijn, een voetballer als Moon. Dani Bennoni is Moons grote voetbalheld. Dani Bennoni zal Bing moeten leren voetballen, ook al lijkt dat een onbegonnen zaak. Maar dan ligt er ook voor Dani de gevreesde oproep. Bing wil het lot bezweren, en hij doet dat met al zijn vermogens. Hij intrigeert, hij konkelt, hij perst af, bijgestaan door zijn boezemvriend Lenny, die weliswaar een te kort been heeft, maar niet op zijn achterhoofd is gevallen. De twee vechten tot het bittere eind. Het zou geen Moeyaert zijn, als dit het hele verhaal was. Zijn taal is helder, zijn woorden weloverwogen, maar juist tussen die bedrieglijk eenvoudige regels zit een tweede waarheid. Een ander verhaal, dat niet minder intens en heftig is.