Zonder rampspoed valt er niets te melden verhalen en gedichten, nagelaten werk
De laatste zes jaar van zijn leven sleet Frans Pointl in een Amsterdams verpleeghuis. Zijn kamer noemde hij zijn 'bezemhok'. Er stonden twee boekenkastjes, een bed, een defect grammofoonmeubel en een glazen bureau met daarop zijn typemachine. Hij luisterde er naar de radio, las er boeken en werkte aan nieuwe verhalen. In Zonder rampspoed valt er niets te melden zijn Pointls laatste verhalen gebundeld. Hij schreef ze deels in briefvorm, gericht aan een imaginaire vriend. Hij vertelt over zijn huidige leven, maar grijpt ook terug naar de bekende thema's in zijn werk: zijn moeder, de oorlog, de hospita's. Ook beschrijft hij vroegere ontmoetingen, zoals bijvoorbeeld met de oud-minister Els Borst. Openhartige verhalen zijn het, waarbij de auteur niemand spaart. Ook zichzelf niet. elke ochtend elke ochtend slik ik mijn leeftijd in 80 staat er op het tabletje Ac. Acetyls. elke ochtend: de middag toekomst de dag van morgen verre toekomst en altijd dat verterend kistverlangen die versleten tranen elke ochtend