Het psalmenoproer
Maarten t Hart brengt in Het psalmenoproer, zijn eerste historische roman, een fascinerende en grotendeels vergeten periode uit de vaderlandse geschiedenis tot leven. In de roman wordt het levensverhaal verteld van een kleine reder die in zijn leven één faux pas begaat, waardoor hij betrokken raakt bij het psalmenoproer, een opstand van `verpauperde luyden' tegen `voorname meesters'. En passant wordt ook een scherp beeld geschetst van de neergang der beug- en haringvisserij, uitmondend in de historische audiëntie van Maassluise vissers bij Napoleon in oktober 1811. In 1773 werd er in de gereformeerde kerken in Nederland ter vervanging van de eeuwenlang gezongen psalmberijming van Petrus Datheen een nieuwe berijming ingevoerd. Er was verzet, maar niet grootschalig. Anders werd dat toen men ook de wijze waarop de psalmen gezongen werden, wilde reformeren. Het was gebruikelijk de psalmen uiterst langzaam te vertolken; kerkgangers mochten zelf versieringen aanbrengen en vrijelijk uithalen toevoegen of eindnoten lang aanhouden. Deze zogenaamde lange zingtrant wilde men vervangen door een korte. Overal in Nederland sloeg de vlam in de pan. Dominees werden met stoven bekogeld, kerkvoogden bedreigd. In Zeeland kwam het tot ernstige ongeregeldheden, maar de grootste psalmenoproeren deden zich voor in Vlaardingen en vooral in Maassluis. Uiteindelijk moest de baljuw van Delft er met een troepenmacht aan te pas komen om daar de orde te herstellen. De pers over Lotte Weeda: [ ] deze roman [behoort] tot het beste wat Maarten t Hart heeft geschreven. NRC Handelsblad Maarten t Hart heeft met Lotte Weeda een rijke roman geschreven die blijft rondspoken. Vrij Nederland [ ] een waardevolle, lezenswaardige roman. De Morgen