Doodgewone vrienden. Nadenken over vriendschap
Filosofie heeft de pretentie te spreken over wat iedereen aangaat. In die zin behandelt ze de meest concrete en alledaagse zaken. Met dit in het achterhoofd onderwerpt filosoof Paul van Tongeren het thema vriendschap aan een filosofische analyse. Hij laat zien wat wij voor de dagelijkse praktijk van de vriendschap kunnen leren van grote denkers als Plato, Aristoteles, Cicero, Augustinus, Montaigne, Kant en Nietzsche.0De geschiedenis van de wijsbegeerte kent veel lofredes op de vriendschap. Daarbij wordt wel telkens benadrukt dat de feitelijke praktijk van de vriendschap niet altijd even gemakkelijk is: niet alle vriendschap is volmaakt. Filosofen onderscheiden verschillende soorten van vriendschap, proberen te bepalen wat echte vriendschap is en hoe je die kunt verwerven. Door die poging dreigt de vriendschap echter zo geïdealiseerd te worden dat ze zich steeds verder van de levende werkelijkheid verwijdert ? totdat alleen de dode vriend nog een echte vriend kan zijn. Aan de hand van enkele grote teksten uit de westerse filosofie zoekt Van Tongeren naar kenmerken van echte vriendschap die tussen doodgewone vrienden reëel kan bestaan.00Paul van Tongeren was tot zijn emeritaat hoogleraar Wijsgerige ethiek aan de Radboud Universiteit Nijmegen, bijzonder gasthoogleraar aan de KU Leuven en geassocieerd onderzoeker aan de Universiteit van Pretoria. Hij publiceerde veel over ethiek en over de filosofie van Nietzsche. Met 'Leven is een kunst' won hij in 2013 de Socratesbeker voor het meest oorspronkelijke Nederlandstalige filosofieboek.