Soldaten huilen niet
In de zomer van 1937 meldt Julian Bell, 21 jaar oud, zich aan bij de Internationale Brigades, om te gaan meevechten in de Spaanse Burgeroorlog. Julian is communist. Zijn jongere broer Quentin wil schrijver worden en heeft de beste leermeesteres die hij zich kan voorstellen: zijn tante, de schrijfster Virginia Woolf. In Soldaten huilen niet vertelt Quentin over de twaalf jaren die aan Julians vertrek vooraf gaan. Hij vertelt over Charleston, het fantastische huis op het Engelse platteland waar ze in 1925 zijn gaan wonen, en over de kleurrijke bewoners en bezoekers van dat huis. Het is een rijke, inspirerende wereld van schrijvers en schilders waar de kinderen in opgroeien allemaal mensen die hun geheel eigen weg gaan, zonder zich iets aan te trekken van hoe het zogenaamd hoort of wat de buitenwereld vindt. Maar dan ineens is er de leugen die aan het licht komt, die ene onwaarheid van lang geleden een leugen die enorme gevolgen zal hebben Soldaten huilen niet is een op feiten en bestaande personen gebaseerde roman. Quentin, Julian en hun jongere zusje Angelica waren de kinderen van de schilderes Vanessa Bell. Vanessa en haar zus Virginia Woolf waren centrale figuren in wat wel de Bloomsbury Groep wordt genoemd, een bonte verzameling van voornamelijk kunstenaars die woonden en werkten in Engeland in de jaren twintig en dertig van de vorige eeuw.