Het cement van de samenleving een verkennende studie over solidariteit en cohesie
Er wordt vaak iets te gemakkelijk en vanzelfsprekend over 'de' solidariteit en 'de' cohesie in de samenleving gesproken, alsof het om eenvoudige en eendimensionele begrippen gaat waarvan je de toe- of afname met een eenduidige maatstaf kunt meten. Er is echter niet één overkoepelende solidariteit, maar er bestaan vele vormen van solidariteit; formele, statelijke solidariteit tot uitdrukking komend in het sociale zekerheidsstelsel of het migratiebeleid; van mening zijn dat er niet op de sociale zekerheid mag worden beknibbeld of dat mensen met riskante leefgewoontes niettemin gelijk behandeld moeten worden in de gezondheidszorg; daadwerkelijk informele hulp en zorg bieden aan mensen uit oudere generaties; geld geven aan goede doelen; vrijwilligerswerk; informele onderlinge steun binnen arme huishoudens of in kringen van illegale vreemdelingen. Het zijn allemaal verschillende uitingsvormen van solidariteit. Een andere vanzelfsprekendheid in het denken over solidariteit is dat overwegend de positieve zijde van het verschijnsel wordt belicht: solidariteit wordt gezien als iets goeds, iets dat volgens sommigen bedreigd wordt en onder druk staat, en dat dus gekoesterd en eventueel nieuw leven ingeblazen moet worden. Uit de klassieke sociologie blijkt echter al dat solidariteit een 'tweesnijdend zwaard' is: waar bepaalde mensen binnen solidariteitskringen worden opgenomen, worden anderen daarvan tegelijkertijd uitgesloten. Bovendien kunnen solidariteit en cohesie verstikkende vormen aannemen: niemand mag afwijken van de groepsnormen, niemand mag boven het maaiveld uitsteken. In Het cement van de samenleving worden beide vanzelfsprekendheden ter discussie gesteld.