De wand
‘De herinnering, het verdriet en de angst zullen blijven en ook het zware werk, zolang ik leef.’ Een vrouw staat op het punt een weekend door te brengen in de jachthut van haar nicht Luise, gelegen in een bergdal. Als Luise en haar echtgenoot na een avondje uit de volgende ochtend niet blijken te zijn thuisgekomen, gaat ze op onderzoek uit. Dan blijkt zich iets onverklaarbaars te hebben voorgedaan: het dal is door een glazen wand afgescheiden van de rest van de wereld. In gezelschap van een hond, een koe en een kat gaat ze hard aan het werk om te overleven. Ze inventariseert de bestaande voorraden, zoekt naar een plek voor een aardappelakker, struint het bos af op zoek naar eetbare planten, ze jaagt. En ze vervreemdt van zichzelf; om niet gek te worden en grip te houden op de tijd schrijft ze. Glashelder en minutieus laat Haushofer een vrouw verslag doen van haar dagelijkse strijd met de elementen en zichzelf. Zal haar isolement ooit worden doorbroken?