De verdrijving uit de hel roman
Enige jaren geleden stond de Oostenrijkse schrijver Robert Menasse oog in oog met een door Rembrandt vervaardigd portret van de Amsterdamse rabbijn Manasseh ben Israel, de leraar van Spinoza. Het was alsof hij in een spiegel keek, en ook weer niet. Het idee van een mogelijke verwantschap tussen auteur en rabbi mondde uit in De verdrijving uit de hel: een majestueus gecomponeerde dubbelbiografie over twee 'geheime joden': de rabbijn Manasseh, die voor de inquisitie uit Portugal naar de zeventiende-eeuwse stad van de vrijheid, Amsterdam, vluchtte, en diens fictieve twintigste-eeuwse Weense nazaat Viktor Abravanel, uit een familie die heeft geleden onder het nazi-regime. De twee levensverhalen, die, gescheiden door vier eeuwen geschiedenis, uiterst behendig door elkaar heen geweven zijn, leggen patronen van totalitarisme, antisemetisme, uitstoting, vervolging en assimilatie bloot. Rasverteller Robert Menasse speelt in De verdrijving uit de hel een sprankelend, ironisch spiegelspel met de geschiedenis, waarin tragiek en farce, drama en humor op elkaar botsen en elkaar versterken. Hoe lang is het geleden dat je om een boek van een Oostenrijkse schrijver zo luidkeels kon schaterlachen? Dat Robert Menasse een belangrijk schrijver is, wisten we al sinds zijn vorige romansBar Hopeloos en Zalige tijden, breekbare wereld[...]. Maar dat hij zo goed, zo streng en zo scherpzinnig zou zijn [...] is een onvergetelijke verrassing. - Michaël Zeeman in de Volkskrant *Een epos van innemende kracht en taalbeheersing. Een dramaturgisch meesterwerk met een verrassende finale. - Dagmar Kaindl in News
Reviews
nope@noope