Een kwestie van politieke moraliteit Politieke corruptieschandalen en goed bestuur in Nederland, 1848-1940
Tegenwoordig staat Nederland bekend als een van de minst corrupte landen ter wereld. De vestiging van vrije verkiezingen, een moderne markteconomie, een professionele bureaucratie en een democratische rechtsstaat ging echter gepaard met corruptieschandalen, zo blijkt uit deze geschiedenis van corruptie en goed bestuur tussen 1848 en 1940. Dat de liberale minister van Financiën zijn voorstel voor een belastingverhoging voor Limburg introk om Limburgse kiezers te paaien, leidde tot de Limburgse brievenaffaire (1865). Bij het Billitonschandaal (1882-1892) floot het parlement de gouverneur van Indië terug omdat hij een onrechtmatige en schadelijke concessie aan een onderneming had verleend. Het ingrijpen van de katholieke minister van Justitie in een strafrechtelijk onderzoek naar misstanden in het katholieke Oss leidde tot de zaak-Oss (1938/39). Wat opvalt is, dat in Nederland corruptieschandalen als morele in plaats van strafrechtelijke kwesties werden behandeld. Daarmee ontstond een bestuurlijke traditie die tot op heden merkbaar is.