Het transparante lichaam medische visualisering in media en cultuur
In de twintigste eeuw zijn er steeds nieuwe apparaten op de markt gekomen waarmee we in het binnenste van het levende lichaam kunnen kijken zonder de huid te hoeven opensnijden. Röntgenapparaten, echoscopie, endoscopie, magnetic resonans imaging (mri) en computertomografie (ct) hebben het lichaam schijnbaar transparant gemaakt voor de arts. Naast medici zijn het vooral de populaire media die de binnenkant van het lichaam toegankelijk maken voor het lekenoog. We zijn inmiddels gewend geraakt aan afbeeldingen van de kleinste en meest intieme details van het menselijk lichaam. Foto ’s van een foetus in de baarmoeder, endoscopische opnames van een prostaatvergroting of televisiebeelden van riskante operaties: niets blijft meer verborgen voor het oog van de publieke camera. Maar is het lichaam wel zo transparant? Waar medische en mediabeelden de binnenkant van het lichaam uitlichten, ontstaan interessante vragen. Hoe wordt de peratieve scheiding van Siamese tweelingen – sinds de uitvinding van de film – in beeld gebracht? Welke rol spelen pretecho’s en medischeecho’s in de prenatale zorg? Mogen geplastineerde, dode lichamen gebruikt worden als kunstobjecten om bezoekers meer inzicht te geven in anatomische structuren? Welke macht dichtte men het röntgenapparaat rond het begin van de twintigste eeuw toe? De medische blik waarmee we binnen in het lichaam kijken, staat niet los van de cultuur waarin deze verspreid wordt. Onze opvattingen over gezondheid, intimiteit en lichamelijkheid worden (bewust of onbewust) gestuurd door programmamakers, kunstenaars en filmproducenten. In zeven essays wordt duidelijk gemaakt dat het Transparante Lichaam in heden en verleden een constant maar tegelijk veranderend ideaal is geweest. Dit boek probeert een tipje van die complexe verwevenheid van technologie, wetenschap, media en cultuur op te lichten.